Remschoenen van de trommelrem vervangen
Voor het onderhoud van trommelremmen op motoren moet wel wat werk worden verricht en is een beetje handigheid nodig. Gelukkig hoeven de remschoenen niet heel vaak te worden vervangen.
Let op: De video's zijn in het Duits.
- Remschoenen van de trommelrem vervangen op de motorfiets
- Controleer de slijtage
- Remschoenen van de trommelrem vervangen – aan de slag
- 01 – Remhouderplaat verwijderen
- 02 – Oude remschoenen loswippen
- 03 – Remhouderplaat reinigen
- 04 – Remas vrij laten bewege
- 05 – Nieuwe remschoenen monteren
- 06 – Remtrommel controleren
- 07 – De vrije slag instellen
Remschoenen van de trommelrem vervangen op de motorfiets
Een trommelrem kan misschien niet zo hard aangrijpen als een schijfremsysteem met zes zuigers op de remklauw, maar voor het achterwiel van kleinere motoren of choppers en toermotoren is deze absoluut voldoende. Wanneer het achterwiel is uitgerust met een trommelrem, is een levensduur van 20.000 km tot 30.000 km geen uitzondering, op voorwaarde dat er enig onderhoud wordt verricht. Door de inkapseling kunnen afgesleten deeltjes van de remvoeringen niet zonder meer naar buiten. In tegenstelling tot schijfremmen worden de remschoenen pas zichtbaar wanneer het achterwiel wordt uitgebouwd. Nadat het achterwiel eenmaal is verwijderd, zijn de remvoeringen met enkele handelingen vrij te maken.
Let op: Als je ook maar enigszins twijfelt aan je vaardigheden op dit gebied, werk dan niet zelf aan het remsysteem van je motor. Vraag hulp aan een kennis die vertrouwd is met de materie of laat deze werkzaamheden over aan een professionele motorwerkplaats.
Controleer de slijtage
Veel trommelremmen hebben een inspectieopening die met een klein rubberen dopje afgesloten is. Als je dit dopje verwijdert, is de dikte van de remvoering door de opening te zien. De exacte minimumdikte (alleen de opgeplakte voering wordt gemeten op de dunste plaats) kun je opzoeken in de reparatiehandleiding. Als vuistregel geldt een dikte van 2 mm. Controleaanduidingen in de vorm van een wijzer op het rempedaal zijn heel gebruikelijk. De wijzer wijst naar een gemarkeerde plaats die op de remhouderplaat is benadrukt. Als de wijzer bij een ingetrapt rempedaal naar het einde van de markering wijst, zijn de remschoenen versleten en moeten deze worden vervangen. Nauwkeurige uitspraken over de staat van de rem zijn echter alleen mogelijk wanneer het achterwiel is uitgebouwd. Dan kan pas echt worden gekeken naar de hele remvoering en kunnen eventueel verglaasde, met olie besmeurde (bijv. door een defect wiellager) of gescheurde remvoeringen worden geconstateerd. Door hun ontwerp slijten de remvoeringen van een simplexrem een beetje eenzijdig. Dat is normaal.
Remschoenen van de trommelrem vervangen – aan de slag
01 – Remhouderplaat verwijderen
Nadat je het achterwiel hebt uitgebouwd, kun je de remhouderplaat uit de trommel trekken.
02 – Oude remschoenen loswippen
Met een brede schroevendraaier kun je de remschoenen eruitwippen. Houd bij voorkeur één (gehandschoende) hand op de remschoen en veren. Dat voorkomt langdurig zoeken naar weggesprongen veren op de vloer van de garage. De veren zijn dan moeiteloos uit de oude remschoenen te nemen. Als bij de nieuwe remschoenen geen veren worden meegeleverd, mag je nooit verroeste, opgerekte (raadpleeg de reparatiehandleiding voor de maximale lengte) of beschadigde veren hergebruiken. Als de veren nog in orde zijn, reinig je deze voordat je ze weer inbouwt.
03 – Remhouderplaat reinigen
De remtrommel en de remhouderplaat moeten met remmenreiniger worden gereinigd, want uiterst schoon werken is verplicht bij alle werkzaamheden aan remmen.
04 – Remas vrij laten bewege
Nadat je alles schoon en vetvrij hebt gemaakt, controleer je of de remas vrij kan bewegen. Kan deze maar moeizaam draaien, dan bouw je de as uit en reinig en smeer je deze. De as is niet moeilijk uit te bouwen. In de meeste gevallen hoef je alleen het rempedaal los te maken, waarna je de as naar buiten kunt drukken. Maar markeer de positie van het pedaal op de as met een pons voordat je het pedaal losschroeft.
Nadat je de as hebt gereinigd, smeer je deze licht in met-koperpoets en plaatst je deze terug in de remankerplaat. Bevestig het pedaal weer op de gemarkeerde positie.
05 – Nieuwe remschoenen monteren
De nieuwe remschoenen worden op hun contactvlakken met het steunpunt en de remnokken dun ingesmeerd met koperpoets. De veren worden eerst vastgehaakt om de nieuwe remschoenen weer op de remhouderplaat te bevestigen. Houd de remschoenen nu onder spanning als een V-vorm en plaats de schoenen op de remnokken en vaste uitsteeksels. Druk nu de buitenkanten van de V omlaag, zodat het mechanisme weer vastklikt. Als er een beetje vuil van je handen op de vlakken van de remvoering is gekomen, verwijder je dit vuil even met schuurdeeltjes. Controleer nog een laatste keer of de veren en remschoenen goed op hun plaats voordat je deze stap afsluit.
06 – Remtrommel controleren
Voordat je de remhouderplaat met de nieuwe remschoenen in de trommel plaatst, controleer je de remtrommel op beschadigingen. Lichte roestafzetting en glasachtige oppervlakken kunnen met schuurdeeltjes worden afgesleten.
Als de remtrommel bij de remvoeringen sterk versleten en gegroefd is, blijft er niets anders over dan naar de motorwerkplaats te stappen. Daar kan professioneel worden vastgesteld of de remtrommel nog kan worden uitgeslepen of dat de maximale diameter al is overschreden. Bij een spaakvelg kan de wielnaaf worden vervangen. Heb je een gietwiel, dan blijft er niets ander over dan een nieuwe velg aan te schaffen.
07 – De vrije slag instellen
Monteer het achterwiel met het remanker en de remstang, breng de ketting op de juiste spanning en haal alle schroefverbindingen aan met het voorgeschreven koppel. Eventuele splitpennen voor eenmalig gebruik (indien geen permanente splitpennen) moeten worden vervangen.
Stel vervolgens de rem in. Als vuistregel voor de vrije slag geldt ca. 5 mm tot 10 mm speling voor het pedaal (raadpleeg het handboek) tot de rem aangrijpt. Deze speling moet absoluut nauwkeurig worden ingesteld, ander grijpt de rem te laat aan of kan deze bij opwarming zelfs worden geblokkeerd. Je stelt deze speling in met een stelmoer aan het einde van de remstang.
Wanneer de instelling is voltooid, draai je het achterwiel met de hand meerdere keren door en let je op of het vrij draait (met opgebokte motor) en er niets schuurt. Om de werkzaamheden af te ronden, stel je tot slot de remlichtschakelaar in. Wanneer de contramoer op de remlichtschakelaar is losgedraaid, kun je de remlichtschakelaar verdraaien. Het remlicht moet net voordat de rem in werking treedt gaan branden.
Let op: De eerste 200 kilometer moet krachtig remmen bij het 'inrijden' van de gerenoveerde trommelrem worden vermeden als de verkeerssituatie dat toelaat. De nieuwe remvoeringen en de remtrommel moeten door inslijten eerst aan elkaar 'wennen'.
Het Louis Technisch Centrum
Als je een technische vraag over je motor hebt, neem dan contact op met ons Technisch Centrum. Daar heeft men oneindig veel ervaring, naslagwerken en adressen.
Let op!
Deze tips voor hobbymonteurs vormen algemene handelwijzen die niet van toepassing kunnen zijn op alle voertuigen of alle afzonderlijke onderdelen. Omdat de concrete situatie bij jou ter plaatse sterk kan afwijken, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de toepasselijkheid van de informatie in deze tips voor hobbymonteurs.
Bedankt voor je begrip.