Remvoeringen vervangen
Het vervangen van remvoeringen of remblokken is in principe niet moeilijk, maar moet altijd zeer zorgvuldig worden uitgevoerd. Lees deze handleiding daarom aandachtig door.
Let op: De video's zijn in het Duits.
- Remvoeringen op de motor vervangen
- Remschijf controleren met een schroefmicrometer
- De 5 doodzonden voor het vervangen van remvoeringen
- Remvoeringen vervangen – aan de slag
- 01 – Eventueel een beetje remvloeistof opzuigen
- 02 – Remklauw verwijderen
- 03 – Geleidepennen verwijderen
- 04 – Remklauw reinigen
- 05 – Remzuiger terugduwen
- 06 – Installeren van remvoeringen
- 07 – Plaats nieuwe blokken in de tang
- 08 – Eindmontage
- 09 – Onderhoud van een enkele schijfrem
- Onze aanbeveling
Let op: De remvoeringen mogen volgens de volgende instructies alleen zelf worden vervangen door 'hobbymonteurs' met voldoende vakkennis. Neem geen risico's met je veiligheid! Als je niet absoluut zeker bent van je vaardigheden op dit gebied, laat je service aan de remmen altijd over aan een professionele werkplaats!
Remvoeringen op de motor vervangen
Schijfremmen werden oorspronkelijk ontwikkeld voor de wielen van vliegtuigen en deden eind jaren zestig hun intreden in de Japanse motorbouw. Het principe van dit type remmen is even eenvoudig als effectief. Twee tegenover elkaar geplaatste remvoeringen, ook wel remblokken genoemd, worden onder hoge hydraulische druk tegen de tussenliggende schijf van oppervlakgehard metaal gedrukt.
Het voordeel van een schijfrem ten opzichte van een trommelrem is vooral de betere ventilatie en koeling van het systeem, in combinatie met een effectievere druk van de remvoering op de ondergrond.
Zowel de remvoering als de remschijf ondervinden door de gewenste wrijving slijtage, die afhangt van de rij- en remgewoonten van de motorrijder. Daarom is een regelmatige visuele controle onmisbaar voor de rijveiligheid. Voor controle van de remblokken kan bij de remklauw, ook wel het remzadel genoemd, meestal een afdekking worden verwijderd. Dan worden de remvoeringen zichtbaar: de frictievoering die op een onderplaat is gelijmd, is vaak voorzien van een ribbel die de slijtagegrens aangeeft. In de regel ligt deze bij een voeringdikte van 2 mm.
Let op: Aan de bovenkant van de schijf vormt zich na verloop van tijd een afzetting. Deze wijst al op enige slijtage. Bij meting met een schuifmaat kan deze afzetting echter tot een verkeerd meetresultaat leiden. Vergelijk de vastgestelde waarde met de slijtgrens die meestal aan de basis van de schijf is ingestempeld of in het werkplaatshandboek kan worden opgezocht. Vervang de schijf tijdig, want overschrijding van de grenswaarde kan leiden tot verminderde werking van de rem bij gelijktijdige oververhitting van het systeem en een onherstelbare beschadiging van de remklauw. Ook bij een sterke groefvorming moet de schijf worden vervangen.
Remschijf controleren met een schroefmicrometer
Controleer het remblok ook van opzij resp. van onderen: een scheef slijtpatroon wijst op een verkeerde ophanging van de klauw en kan tot voortijdige beschadiging van de remschijf leiden. Vooral vóór lange vakantiereizen is het aan te bevelen om de remvoeringen te vervangen, ook als deze nog een stukje van de slijtagegrens verwijderd zijn. Bij oudere of vaak warmgelopen remvoeringen kan de werking eveneens verminderd zijn door verglazing van het materiaal, zodat vervanging op zijn plaats is. Ook de remschijf moet af en toe worden gecontroleerd. Vooral moderne lichte remschijven worden nogal zwaar belast door het aangrijpen van remklauwen met vier of zes cilinders. De resterende dikte van de remschijf wordt effectief gemeten met een schroefmicrometer.
De 5 doodzonden voor het vervangen van remvoeringen
- NIET DOEN: Na het reinigen van de remklauw vergeten de handen te wassen.
- NIET DOEN: Bewegende remonderdelen invetten.
- NIET DOEN: Koperpoets gebruiken om de gesinterde remvoeringen te smeren.
- NIET DOEN: Remvloeistof morsen op de nieuwe remvoeringen.
- NIET DOEN: Remvoeringen terugduwen met een schroevendraaier.
Remvoeringen vervangen – aan de slag
01 – Eventueel een beetje remvloeistof opzuigen
Dek eerst de tank en alle gelakte onderdelen in de buurt van het remvloeistofreservoir af om te voorkomen dat er bij het terugduwen van de remzuiger remvloeistof op terechtkomt en de lak wordt beschadigd. Eventueel gemorste remvloeistof tast de lak aan en moet in geval van nood onmiddellijk met water worden weggewassen (niet alleen afgeveegd). Zet de motor zo neer, dat het vloeistofreservoir zich in een horizontale stand bevindt en dat de inhoud niet onmiddellijk wegstroomt wanneer je het deksel opent.
Open vervolgens het deksel, neem dit er met een doek vanaf en zuig ongeveer de helft van de remvloeistof op uit het reservoir. Voor het professionele opzuigen kun je het beste een Mityvac-remontluchter of een pompfles gebruiken.
Als de remvloeistof ouder is dan twee jaar, wordt vervanging aanbevolen; te oude vloeistof is te herkennen aan een bruinachtige verkleuring zie de sleuteltip 'Basiskennis over remvloeistof'!
02 – Remklauw verwijderen
Maak de remklauwbevestiging aan de voorvork los en til de klauw van de remschijf, zodat je toegang krijgt tot de remvoeringen.
03 – Geleidepennen verwijderen
Het eigenlijke uitbouwen van de remvoeringen is nu heel eenvoudig. In het afgebeelde voorbeeld worden ze geleid door twee bevestigingspennen en door een veer op hun plaats gehouden. Wanneer je de borgclips uit de bevestigingspennen trekt, zijn deze te demonteren. Vastzittende pennen moeten met een geschikte doorslag eruit worden getikt.
Pas op: De veer springt in een onbewaakt ogenblik gemakkelijk uit positie en dan moet je ernaar zoeken. Markeer voor de latere montage altijd de inbouwpositie. Maak eventueel een foto met je mobiele telefoon. Nadat de pennen zijn gedemonteerd, kunnen de remvoeringen worden verwijderd.
Let op: Controleer of er eventueel antipiepplaatjes zijn ingebouwd die zich tussen remvoering en zuiger kunnen bevinden. Deze moeten altijd weer op dezelfde positie worden gemonteerd om hun taak te vervullen. Ook daarvoor is een foto met je mobiele telefoon handig.
04 – Remklauw reinigen
Reinig en controleer de remklauwen zorgvuldig. Let vooral op een droog 'binnenwerk' en netjes gemonteerde stofafdichting op de remzuiger, indien aanwezig. Vocht duidt op een gebrekkige afdichting van de zuiger. De stofafdichting mag niet broos zijn of gaten bevatten, omdat er anders vocht in de zuiger komt. De stofafdichting (indien aanwezig) kan makkelijk van buitenaf worden vervangen; raadpleeg voor vervanging van de keerring een reparatiehandleiding. Reinig vervolgens de remklauw zoals in de afbeelding wordt weergegeven met een messing- of kunststofborstel en PROCYCLE remmenreiniger. Sproei de reiniger indien mogelijk niet rechtstreeks op de stofafdichting. Borstel de afdichting niet af!
Reinig ook de remschijf met een schone doek die je in remmenreiniger drenkt.
05 – Remzuiger terugduwen
Bestrijk de gereinigde remzuiger met een beetje remcilinderpoets. Druk de remzuigers terug met een remzuigerterugsteller. Daarmee hebt je plaats gemaakt voor de nieuwe, dikkere remvoeringen.
Let op: Gebruik voor het terugduwen van de remzuigers geen schroevendraaier of iets dergelijks. Met dergelijk gereedschap is er een risico op scheeftrekken, waarbij de remzuiger scheef op zijn plaats komt te zitten en de rem later slijt. Let bij het terugduwen ook op het remvloeistofpeil in het reservoir – dit stijgt door de teruggaande beweging van de zuiger!
06 – Installeren van remvoeringen
Om te voorkomen dat de nieuwe voeringen na het inbouwen piepen, worden de metalen achterkant en evt. de randen en de gereinigde bevestigingspennen bij organische remvoeringen dun met koperpoets (bijv. van PROCYCLE) ingesmeerd. Bij gesinterde remvoeringen, die hogere temperaturen kunnen ontwikkelen, en bij voertuigen met ABS, waarbij het gebruik van koperpoets vermeden moet worden omdat het geleidend is, wordt keramiekpasta toegepast. De pasta mag in geen geval op de remvoering terechtkomen!
Effectiever en schoner dan koperpoets of keramiekpasta is antipiepfolie van TRW, dat gewoon op de achterkant van de remvoering wordt geplakt. Dit is geschikt voor remsystemen met en zonder ABS en zowel voor gesinterde als organische remvoeringen als het remzadel voldoende plaats biedt voor het 0,6 mm dikke folie.
07 – Plaats nieuwe blokken in de tang
Plaats de nieuwe blokken met de binnenkanten naar elkaar toe in de klauw. Breng indien van toepassing antipiepplaatjes op de juiste positie aan. Voer een bevestigingspen in en breng de veer aan. Druk de veer omlaag en breng de tweede bevestigingspen aan. Voer nieuwe borgclips in. Controleer je werk nog een keer voordat je begint aan de eindmontage.
08 – Eindmontage
Voordat je de remklauw over de remschijf kunt plaatsen, moet je de remvoeringen zo ver mogelijk naar buiten drukken om ruimte te maken. Plaats dan de remklauw over de schijf aan de voorvork. Als dat nog niet mogelijk is, is de remzuiger waarschijnlijk een beetje van de uitgangspositie verschoven en moet deze worden teruggeduwd. Gebruik daarvoor indien mogelijk de zuigerterugsteller. Wanneer de remklauw op zijn plaats zit, haal je deze met het voorgeschreven koppel aan.
09 – Onderhoud van een enkele schijfrem
Als je op je motor een enkele remschijf onderhoudt, kun je de remvloeistof in het reservoir nu weer bijvullen tot de markering 'Max.' en het deksel sluiten. Bij een systeem met een dubbele remschijf moet je eerst de tweede remklauw onder handen nemen. Druk de remzuiger door herhaaldelijk 'pompen' in de werkpositie voordat je een proefrit gaat maken. Dat is van groot belang, omdat de eerste rempogingen anders geen effect zouden hebben. Vermijd de eerste 200 km extreem, langdurig en schurend remmen, zodat de remvoeringen op de remschijven goed kunnen inslijten zonder dat ze verglazen.
Let op: Controleer of de remschijven heet worden, de remblokken piepen of dat zich andere gebreken voordoen die op een klemmende remzuiger wijzen. Druk in dat geval zoals hierboven is beschreven de zuiger nog een keer zonder kanteling terug in de uitgangspositie. Meestal is het probleem dan verholpen.
Onze aanbeveling
Het Louis Technisch Centrum
Als je een technische vraag over je motor hebt, neem dan contact op met ons Technisch Centrum. Daar heeft men oneindig veel ervaring, naslagwerken en adressen.
Let op!
Deze tips voor hobbymonteurs vormen algemene handelwijzen die niet van toepassing kunnen zijn op alle voertuigen of alle afzonderlijke onderdelen. Omdat de concrete situatie bij jou ter plaatse sterk kan afwijken, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de toepasselijkheid van de informatie in deze tips voor hobbymonteurs.
Bedankt voor je begrip.