Voorjaarscheck uitvoeren

Heb je in de afgelopen herfst een beetje tijd geïnvesteerd en je trouwe tweewieler met uitgebouwde accu, tot de rand gevulde tank en lege carburateurs aan zijn winterslaap laten beginnen? Dan zal het je in het voorjaar weinig moeite kosten je 'schatje' weer op te tuigen en op gang te brengen.

Als je de uitlaat en het motorblok voor de winterstilstand van een beschermend laagje olie had voorzien, neem je dit zorgvuldig af en verwijder je eventueel het oliedoek uit de geluiddempers. Heb je de motor met conserveringsmiddelen beschermd, dan is het belangrijk dat je de remschijven grondig reinigt met remmenreiniger. Ook voetsteunen en hendels moeten vrij zijn van smeer.

De accu die (hopelijk) in de kelder heeft overwinterd, kan nu van het oplaadapparaat worden losgekoppeld. Na montage van de accu sluit je eerst de plus- en vervolgens de minkabel aan. Daarna voorzie je de polen van een beetje accupoolvet. De ontluchtingsslang moet zo worden geplaatst dat er geen knik in zit (niet van toepassing op onderhoudsvrije accu's). 

Als je bent 'vergeten' de accu uit te bouwen, moet deze voor heropwekking aan het oplaadapparaat worden uitgebouwd (koppel éérst de minkabel los). 

Heb je een standaard lood-zuuraccu, dan controleer je het vulpeil en vul je eventueel gedemineraliseerd water bij. Bij onderhoudsvrije accu's is dit natuurlijk niet nodig. Meer informatie vind je in de sleuteltip Accu.

Als de accu niet meer voldoende wordt opgeladen omdat deze tijdens de wintermaanden diepontladen is en de cellen daardoor in meerdere of mindere mate gesulfateerd zijn, zit er niets anders op dan een nieuwe aan te schaffen...  

Claxon en licht moeten feilloos werken (groot licht, dim-, rem- en achterlicht, kentekenplaatverlichting, indicatielampjes, knipperlichten).

De banden mogen geen tekenen van ouderdom, scheurtjes of onregelmatige/hoekige slijtagesporen vertonen. Controleer het bandprofiel met een profielmeter. 1,6 mm is de absolute slijtagegrens. Maar als uje ook in de regen veilig wilt rijden, moet je bij een profieldikte van 2 mm al nieuwe 'schoenen' voor je tweewieler plannen. 

Overigens kun je de fabricagedatum op de band terugvinden. Als daar bijvoorbeeld 2017 op staat, is de band in de 20e kalenderweek van het jaar 2017 gefabriceerd.

Om de twee jaar moet de remvloeistof worden vervangen, want zelfs in een gesloten systeem neemt deze in de loop der tijd water op, waardoor een veilig remdrukpunt niet langer gegarandeerd is. Meer informatie vind je in de sleuteltip Basiskennis over remvloeistof.

Ook de remblokken moeten aan het begin van het seizoen nog ruim verwijderd zijn van de slijtagegrens. Meer daarover vind je bij onze sleuteltip over het onderwerp Remvoeringen.

Controleer of de vorkkeerringen nog goed afsluiten. Als er olie lekt, moeten de keerringen worden vervangen. Daarbij wordt meteen ook de vorkolie vervangen. De start van het seizoen is hiervoor een goed moment. 

Anders zijn de verversingsintervallen van de fabrikant van toepassing zie de sleuteltip Vorkkeerringen.

Bougies dienen om de 10.000 km en papieren luchtfilters om de 10.000-18.000 km te worden vervangen (zie ook de onderhoudsgegevens van de voertuigfabrikant). Ook bougiestekkers verouderen en kunnen dan een bron van storingen worden. Een preventieve vervanging voorkomt pech onderweg. 

Controleer nog een keer of er gedurende de winter niet hier of daar ongerechtigheden zijn ontstaan die je grondig moet verwijderen. Als je het vóór de winterstilstand bent vergeten, smeer je nu de hendels en alle scharnieren zorgvuldig. 

Roestplekken worden met schuurpapier of een staalborstel verwijderd, met roestbescherming gegrond en in de kleur van het voertuig gelakt, bijvoorbeeld met aanstip- of spuitlak. Roest op chroomonderdelen verwijder je met chroompolish, 'theevlekken' op blank aluminium met AluMagic.

Als de olie en het filter in de herfst niet zijn vervangen, kan dit nu echt niet langer worden uitgesteld zie de sleuteltip Olie verversen. En zoals altijd: controleer het oliepeil.

 De aandrijfketting moet worden gereinigd, vers ingespoten en op goede spanning gecontroleerd worden. Span de ketting eventueel volgens de specificaties van de fabrikant aan. Zie voor meer informatie de sleuteltip Kettingonderhoud.

Bij motoren met een riemaandrijving moet je ervoor zorgen dat de riem schoon is en zich geen zand of kleine steentjes in de riem hebben verzameld. Met een zachte borstel kun je deze schoonmaken. Controleer de spanning van de riem volgens de specificaties van de fabrikant en stel deze eventueel bij.

Bij voertuigen met cardan controleer je het oliepeil. Vul eventueel de juiste cardanolie bij.

Het uitlaatsysteem en verbindingen daarmee moeten vastzitten en dicht zijn. Lekkages kunnen schade aan de katalysator en geluiddemper veroorzaken.

Controleer of de voorvork en achterdemper goed in- en uitveren en ook dempen en niet naschommelen. Daarbij moet je nagaan of er ergens een smeerlaag op lekkage wijst.

Om de speling van de gas- en koppelingskabels te controleren, beweeg je het stuur langzaam helemaal naar links en naar rechts. In iedere stand van het stuur moet er nog speling zijn in de gas- en koppelingshendels.

Controleer of alle bevestigingsschroeven stevig vastzitten en haal ze eventueel aan met het juiste aanhaalmoment. Zie voor meer informatie de sleuteltip Basiskennis over schroeven.

Bij motoren met waterkoeling moet het vloeistofpeil in het overloopreservoir worden gecontroleerd. Controleer ook of er koelvloeistof naar buiten treed bij slangen of de radiateur.

Ook het brandstofreservoir, de benzinekraan en brandstofslangen en carburateurs of het inspuitsysteem mogen nergens lekkage vertonen.

Alle sluitvoorzieningen zoals het contact-, tank-, stuur- en zadelslot en ook eventuele accessoiresloten moeten op hun goede werking worden gecontroleerd. Met slotcilinderspray worden sloten gesmeerd en wordt hun functie behouden.

Controleer nog de luchtdruk in de banden en breng deze op het niveau dat de fabrikant aanbeveelt. 

Zijn de vlotterkamers vóór de winter niet geleegd, dan is er een risico dat er vuil is aangekoekt in de verstuivers. Om dit op te lossen, kunt je een carburateurreinigingsadditief (bijv. PROCYCLE-brandstofsysteemreiniger) toevoegen aan de benzine. Bij hardnekkig vuil blijft er niets anders over dan demontage en grondige reiniging van de carburateur met carburateurreiniger, anders blijft je bike mogelijk slecht starten of onregelmatig draaien zie de sleuteltip Carburateurs.

Nu ben je helemaal klaar voor een veilige start van het nieuwe motorseizoen. Als de motor nog niet meteen aanslaat, doet een beetje PROCYCLE-starthulpspray in het aanzuigtraject wonderen zie sleuteltip Starthulp. Daarmee wordt een beter mengsel voor ontsteking verkregen.

En denk eraan: na de winterrust moeten je reflexen ook eerst weer wennen aan het motorrijden. Doe bij voorkeur eerst een beetje rustig aan en rij defensief – veiligheid staat voorop!

Gun je motor bij de eerste rit liefst ook een wat langere opwarmtijd (15-20 km), want na het lange stilstaan heeft zich in de motor condenswater gevormd dat eerst moet verdampen.